Tellen met hindernissen
Maak tweetallen en ga tegenover elkaar staan. De bedoeling is om samen tot 5 te tellen. Hierbij zeg je om en om een getal. Dit is nog vrij makkelijk. Om het moeilijker te maken verander je de 1 in een beweging (bijvoorbeeld: klap in je handen). Nu wordt het dus: klap, 2, 3, 4, 5. Gaat dit goed? Verander ook stap voor stap de rest van de getallen in verschillende bewegingen.
Tip!
Blijf continu doortellen. Dus ben je bij de 5? Begin gelijk weer met 1!