Bij de dokter
Twee kinderen zijn de dokters en gaan even de klas uit. De rest kan nu afspreken van welke ‘kwaal’ zij last hebben. Bijvoorbeeld dat je elke keer als iemand je wat vraagt aan je oor krabbelt, of dat je in elk antwoord dat je geeft een kleur noemt. De dokters komen terug en gaan de rest van de klas om de beurt vragen stellen (bijvoorbeeld: Lotte, wat heb je in het weekend gedaan?). Lotte krabbelt nu aan haar oor en zegt dan: ‘Ik heb mijn haar rood geverfd’. De dokters moeten raden wat de kwaal van de klas is.
Tip!
Is het te makkelijk? Laat dan één kind naar de gang gaan in plaats van twee.