Klapspel

Voor dit spel blijf je zitten op je stoel en maken we met zijn allen een ritme. Iedereen slaat met zijn handen één keer op zijn knieën, klapt één keer in zijn handen, knipt met zijn rechter vingers, en hierna met zijn linker vingers. Zo vorm je een ritme dat bestaat uit vier tellen. Eén persoon begint het spel. Iedereen klapt het ritme maar zodra er met de rechter vingers wordt geknipt zegt de persoon zijn eigen naam. Wordt er met de linker vingers geknipt, zegt de persoon de naam van een klasgenoot. Nu is de klasgenoot aan de beurt. Probeer zo snel achter elkaar door te blijven gaan. Maak je een fout? Niks aan de hand! Blijf het spel doorspelen.

 

Tip!

Je kan dit spel ook spelen door iedereen een cijfer te geven. Nu worden er dus in plaats van namen, alleen cijfers genoemd.